Toespraak burgemeester Michel Bezuijen bij Dodenherdenking

5 May 2024, 09:14 uur
Lokaal
mainImage
Gemeente Zoetermeer
Archieffoto Michel Bezuijen.

Tijdens de Dodenherdenking in het Zoetermeerse Wilhelminapark hield burgemeester Michel Bezuijen een waardige toespraak.

De tekst van deze speech luidt als volgt.

Wat zou ík doen….?
Wat zou ík doen, als ik zou zien dat mijn buren worden weggevoerd,
Als ik word gedwongen tot handelingen die ik verschrikkelijk vind,
Als ik niet mag zijn wie ik ben?

Wat zou ik doen?
Wat zou ú doen?
Wat zou jíj doen?

Vandaag hoeven we over dit soort vragen niet lang na te denken.
Nee, natuurlijk doen we niets dat indruist tegen ons geweten.
Waarom zouden we?
Maar wij hebben makkelijk praten.
Wij leven in vrijheid.
Hier zijn we zelfs zó aan gewend, dat we ons vaak niet realiseren hoe bevoorrecht we zijn.
De gedachte aan hoe het is geweest, mag daarom nooit verloren gaan.

5 jaar lang ging Nederland gebukt onder de naziterreur.
Deze isoleerde, beroofde en vernederde de Joodse gemeenschap.
Hoe dit in z'n werk ging, hebben we kort geleden nog kunnen zien in de zeer indrukwekkende tv-serie over de Joodse Raad.
Deze vertelt het waargebeurde verhaal over de geraffineerde manier waarop de Duitse bezetter onze Joodse landgenoten dwong… ja, dwóng om aan hun deportatie mee te werken.
Van de moord op naar schatting 102.000 Nederlandse Joden vormde deze deportatie de voorbode.
Het systeem zat misdadig in elkaar.
Wie weigerde, riskeerde de dood –
niet alleen van zichzelf, maar ook van zijn of haar echtgenote of echtgenoot, en van de kinderen.
Wat zou ík in zo’n situatie hebben gedaan...?

De Tweede Wereldoorlog eiste ook heel veel andere slachtoffers.
De Sinti en Roma, homoseksuelen, Jehova's Getuigen en vele anderen zijn eveneens vervolgd en vermoord, omdat ze waren wie ze waren.
Er zijn mensen geweest die de moed hadden zich te verzetten.
Velen hebben hier een hoge, ja, soms de hoogste prijs voor betaald. De bevolking leefde in angst,
enkele maanden vóór de bevrijding sloeg in de grote steden bovendien een hongersnood toe.
Ook Zoetermeer zag tijdens die Hongerwinter grote groepen wanhopige mensen voorbijtrekken.
Zij gingen langs bij de boerderijen, in de hoop dat ze er nog wat eten konden bemachtigen.
Het is vreselijk geweest.

Volgend jaar is het precies 80 jaar geleden dat de Canadezen, de Engelsen, de Amerikanen, de Polen en de troepen van andere geallieerde landen Nederland hebben bevrijd.
Sindsdien mogen we zeggen en schrijven wat we willen en wat we vinden,
sindsdien hoeven we niet meer bang te zijn,
sindsdien leven we in vrijheid.

Natuurlijk gaan we dat vieren, maar niet zonder stil te staan bij het onbeschrijflijke leed dat zich hier en elders óók heeft afgespeeld.
Vandaag herdenken we de burgers en militairen die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog
in Nederland,
in Europa,
in Zuidoost-Azië
of waar ook ter wereld
in oorlogssituaties en tijdens vredesmissies zijn omgekomen of vermoord.

Elders op de wereld - en ook in Europa, op maar enkele uren vliegen van hier - woeden nog altijd oorlogen.
Ook dát doet ons beseffen hoe kostbaar en hoe broos onze vrijheid is.
Want vrijheid is niet zo maar iets.
Vrijheid betekent niet dat ik mag roepen wat ik wil en jij maar moet luisteren.
Vrijheid betekent niet dat we elkaar vrijblijvend de maat mogen nemen.
De 'v' van vrijheid is ook de eerste letter van het woord 'verantwoordelijkheid'.
Onze vrijheid is kostbaar en kwetsbaar.
Onze vrijheid vraagt onderhoud, altijd maar weer.
Je moet er zorgvuldig mee omspringen.
We moeten ons ervoor blíjven inspannen.

Wat zou jij doen,
wat zou u doen,

wat zou ík doen als ons die vrijheid zou worden ontnomen en er weer alle reden is om bang te zijn?
Kom ik in verzet,
of haal ik mijn schouders op en denk ik: ach, het zal zo'n vaart wel niet lopen?

Bij de Oude Kerk legden we zojuist een krans bij het eregraf van de Amerikaanse piloot John McCormick en de verzetsmannen Jacob Leendert van Rij, Jan Hoorn en Cornelis van Eerden.
Zij maakten een keuze, net als heel veel anderen, hier en waar dan ook.
Wat zou ik hebben gedaan als ik in hun schoenen had gestaan?
Het is de vraag die we ons moeten blijven stellen.
Het valt niet mee om ‘m te beantwoorden, want onze situatie is niet met die van toen te vergelijken.
Maar probeer het, ga met uw… ga met je gedachten terug in de tijd.

Wat zou ík doen?

Verplaats je in de omstandigheden van de Tweede Wereldoorlog en stel die vraag.
De lastige afweging die dan kan volgen, doet ons des te meer beseffen hoe vrij en hoe bevoorrecht wij in onze tijd zijn.
We herdenken daarom de slachtoffers met de grootste eerbied
en realiseren ons wat we niet.. wat we nooit mogen vergeten:
onze vrijheid is heel kostbaar, we moeten 'm koesteren als een schat.